Home  /  Persoonsgerichte zorg  /  Ondersteuning bij Hart- en Vaatziekten

Hart- en vaatziekten

In het zorgprogramma voor mensen met (een verhoogd risico op) hart- en vaatziekten werken verschillende zorgverleners samen om de zorg zo goed mogelijk te regelen en af te stemmen op de persoonlijke situatie van de patiënt.

Voor de patiënt levert dit de volgende voordelen op:

  • Eén aanspreekpunt voor alle zaken rondom de ziekte.
  • Behandelafspraken worden op elkaar afgestemd.
  • Betere mogelijkheden om met de aandoening, en de gevolgen ervan, om te gaan.
  • Complicaties kunnen worden voorkomen of uitgesteld.
  • Het verbetert de kwaliteit van leven.

Behandelteam

In het kader van zelfmanagement zien wij de patiënt als eerste persoon in het behandelteam. De patiënt heeft een actieve rol, denkt en beslist mee over de behandeling.

In het behandelteam CVRM werken met name de volgende zorgverleners samen:

  • Huisarts: stelt de diagnose vast en schrijft zo nodig medicatie voor. Blijft de belangrijkste contactpersoon.
  • Praktijkondersteuner: het centrale aanspreekpunt. Hij/zij coördineert het zorgprogramma, draagt bij aan de diagnosestelling, geeft voorlichting, doet controleafspraken en overlegt met de huisarts over aanpassing medicatie. Hij/zij helpt de patiënt bij het formuleren van gezondheidsdoelen in het individuele zorgplan.
  • Apotheek: levert en bewaakt de medicatie.
  • Diëtiste: ondersteunt bij een ‘dieet op maat’.
  • Laboratorium: uitslagen urine- en bloedonderzoek.

Ook deze zorgverleners zijn bij het zorgprogramma betrokken:

  • Assistente: ondersteunt (o.a. administratief) de huisarts en praktijkondersteuner.
  • Fysiotherapeut: helpt conditie of spierkracht te verbeteren, individueel of in een beweegprogramma. Bewegen heeft een belangrijk risicoverlagend effect.
  • Praktijkondersteuner GGZ: helpt bij psychische problemen die te maken hebben met de astma, ook in relatie tot werk of gezin.

Behandeling

Binnen het zorgprogramma hart- en vaatziekten kan de patiënt de volgende behandelingen verwachten:

  • In kaart brengen van de risicofactoren/risicoprofiel.
  • Advies en begeleiding gericht op een gezonde leefstijl (niet roken, gezonde voeding, voldoende bewegen). Samen met de patiënt wordt een persoonlijk plan gemaakt om de leefstijl te verbeteren.
  • Eventueel medicatie, met aandacht voor therapietrouw.
  • Controles; aantal is afhankelijk van medicatiewijzigingen en leefstijlaanpassingen. Bij jaarcontrole wordt bloed- en urineonderzoek verricht, en de bloeddruk gemeten.

Behandelplan

In nauw overleg met de patiënt wordt een persoonlijk behandelplan opgesteld. Hierin staat concreet welke zorg de patiënt belangrijk vindt, wat hij/zij zelf wil doen en welke begeleiding er verder nodig is. In het plan komt een overzicht van de meetwaardes, belangrijkste doelen en afspraken.

Kosten voor de patiënt

Deelname aan het zorgprogramma hart- en vaatziekten valt onder de basiszorg. Nadat de diagnose is gesteld, worden alle consulten van huisarts en praktijkverpleegkundige vergoed. Aanvullend onderzoek zoals een ECG, 24 uurs-bloeddrukmeting worden door alle zorgverzekeraars vergoed (zonder eigen risico).

Aan een aantal onderdelen van het zorgprogramma zijn wel kosten verbonden:

  • Medicatie: eigen risico.
  • Labonderzoek: eigen risico.
  • Fysiotherapie: afhankelijk van de aanvullende verzekering.

Patiënten informatie

Risicofactoren voor hart- en/of vaatziekten zijn factoren die maken dat iemand een verhoogde kans heeft op vernauwing van de slagaderen (aderverkalking), angina pectoris (pijn op de borst), een hartinfarct of een beroerte. Risicofactoren kunnen enerzijds erfelijk zijn, waar iemand geen invloed op heeft. Anderzijds zijn risicofactoren zoals roken of een hoge bloeddruk wel te beïnvloeden. Hier kan een patiënt dus zelf iets doen om de kans op hart- en/of vaatziekten te verminderen. Bent u patiënt en wilt u meer informatie over CVRM ga dan naar thuisarts.nl of vraag het aan uw huisarts.

Ketenpartners

Binnen de zorgprogramma’s maken wij samenwerkingsafspraken met ketenpartners over de inhoud en kwaliteit van zorg, (terug)verwijzingen en het uitwisselen van medische informatie.